zaterdag 1 april 2017

Blogbericht van Tim voor extra XP LA4: trends voorleggen aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten

Gedurende dit LA heb ik een aantal studiedagen/bijeenkomsten bijgewoond óf georganiseerd. Dit blogbericht geeft een overzicht van deze activiteiten, welke het voorleggen van trends aan peers in onderwijsinnovatietrajecten representeert:

1. Technologische ontwikkelingen: RapidPro beursbezoek:



2. Technologische ontwikkelingen & trends in automotive branche: Premiere film ‘De Autovakmannen’:
  


3. Technologische ontwikkelingen & trends in automotive onderwijs: TTA Teacher Academy:

maandag 27 maart 2017

RapidPro: trends voorleggen aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten

Voor LA4 ben ik vandaag in mijn eigen woonplaats naar de RapidPro innovatie vakbeurs geweest. RapidPro is uitgegroeid tot de belangrijkste beurs in de Benelux rondom allerlei toekomstige productietechnieken, waaronder 3D printing!

Omdat 3D printing ook voor de autotechniek (zie foto hieronder) een mogelijk interessant toekomstscenario kan betekenen, heb ik diverse presentaties bijgewoond van (inter)nationale sprekers. Het was een interessante dag met de mogelijkheid om na de presentaties in gesprek te gaan met deze sprekers. Kortom, weer veel wijzer geworden en wat extra bagage/inspiratie kunnen opdoen voor het maken van de LA4 opdrachten.

Afbeelding: motorblok 'geprint' m.b.v. een 3D-printer

maandag 13 februari 2017

Vertoning van de film ‘De Autovakmannen’: het voorleggen van trends aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten


Deze week ben ik naar de vertoning van de film ‘De Autovakmannen’ geweest. Een mooie gelegenheid om kennis te delen omtrent autotechniek én opleiden! Tevens een leuke gelegenheid om trends voor te leggen aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten.

In deze kleurrijke en dynamische documentaire wordt de kijker meegenomen in de dagelijkse praktijk van uiteenlopende autobedrijven. De hoofdpersonen staan allemaal voor belangrijke keuzes waarbij ze gebaande paden moeten verlaten. De wereld van de automobiliteit is enorm aan het veranderen. Alles wordt 'smart'. Het aandeel electronica en telematica in auto's groeit razendsnel. Alles raakt hierdoor ineens 'connected'. Dus met alleen handgereedschap kom je niet meer zo ver. Klik hier voor een interessant AMT artikel over deze film i.r.t. de razendsnelle ontwikkeling in de autotechniek én opleiden.

Leuk is dat twee hoofpersonen goede bekende van me zijn. Francois Driessen en Henri van Dun zijn beide jarenlang werkgevers van me geweest. Henri spreek ik nog vaak.

Na afloop was er ruimte om te spreken met mensen van de Bovag, AMT en andere belangrijke spelers in de automotive wereld. Ook waren er veel mensen vanuit het onderwijs óf bedrijfsleven, die net als ik technische trainingen verzorgen. Een mooie gelegenheid om kennis te delen omtrent autotechniek én opleiden! Dit moment sluit uitermate goed aan op LA4, waarbij we trends in onze eigen onderwijssector onder de loep nemen, en toekomstscenario's eraan gaan koppelen.

Eén belangrijk punt dat geregeld werd aangehaald, is de noodzaak voor scholing/training in de toekomst. Meerdere instanties zijn het erover eens, dat er vaak onvoldoende aandacht wordt geschonken aan scholing/training in autobedrijven. Autobedrijven zullen in de toekomst meer dan ooit moeten gaan investeren in kennis en kunde. Vooralsnog, lijkt die realisatie langzaam op gang te komen. De autobedrijven die dat niet zullen gaan doen, zullen in de toekomst hun positie gaan verliezen. Dat was zo beetje de conclusie van deze avond. 



maandag 6 februari 2017

LA4_college Myraim Lieskamp: reflectie op eigen rol in de professionele leergemeenschap

Vandaag gedurende een MLI bijeenkomst een interessant college mogen bijwonen van Myraim Lieskamp. Gedurende het college werd aan ieder gevraagd om te kijken op welke vijf onderstaande prestatie-indicatoren je volmondig ‘ja’ kunt zeggen. Ik kan met volle overtuiging melden dat ik dat kan, en op basis hiervan zou ik een volwaardig deelnemer van een professionele leergemeenschap zijn. Toch leuk om te weten;)

Hessing et al. (2013) benoemen vijf prestatie-indicatoren waar leraren in principe ‘ja’ op moeten kunnen zeggen:
  1. Ik maak een continu proces door in mijn werk, waarin ik steeds weer nieuwe kennis construeer en nieuwe vaardigheden aanleer.
  2. Ik kom voortdurend tot nieuwe inzichten, andere opvattingen en attitudes en/of ander gedrag.
  3. Ik heb daarbij een actieve rol en neem zelf initiatieven om te leren.
  4. Ik laat zien dat ik zelf verantwoordelijk ben voor mijn eigen ontwikkeling en professionalisering.
  5. Ik zorg ervoor dat ik ruimte krijg van mijn leidinggevenden en waar nodig eis ik die ruimte zelf op.
Het volmondig ‘ja’ kunnen zeggen op deze PI’s is volgens Hessing et al. (2013) nodig om een volwaardig deelnemers te kunnen zijn aan een professionele leergemeenschap. 



zaterdag 28 januari 2017

LA4_TTA Teacher Academy: het voorleggen van trends aan peers in onderwijsinnovatie-trajecten

Van de week heb ik samen met mijn collega Rory een zogenaamde ‘TTA Teacher Academy’ verzorgd. Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om samen met (automotive) docenten die werkzaam zijn op scholen, kennis uit te delen op het gebied van techniek én onderwijs. Een mooie gelegenheid voor mij om aan de docenten te vragen hoe zij tegen de trend technologische ontwikkelingen aankijken, en wat dat volgens hen zal gaan betekenen voor het toekomstige onderwijs. Dit heeft veel nieuwe inzichten opgeleverd en sommige eerdere inzichten verder bevestigd. De resultaten daarvan zijn terug te lezen in het blogbericht van Quest 1 (individuele opdracht). Daarnaast hebben we het ook gehad over de inrichting van het huidige onderwijs, veranderingen die per school gaande zijn omtrent die inrichting (zoals de opsplitsing van TSP niv. 4 en Automotive Engineering niv. 4) én de verschillen in studentenmotivatie per onderwijsniveau & leeftijd. Als laatste werd ik door een van docenten gewezen op een aantal  interessante en relevante onderzoeken die zijn uitgevoerd door stichting OOMT (Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf). Deze stichting heeft o.a. onderzoek gedaan naar:
  • De duurzame inzetbaarheid van technisch personeel in 2025
  • Kengetallen over mobiliteitsbranche
  • Trendonderzoek in de bedrijfswagenbranche met zicht op de toekomst 2025 

Uiteraard heb ik deze nieuwe inzichten en informatie verwerkt in mijn individuele opdracht voor Quest 1 LA4.

                                                     TTA Teacher Academy

LA4_Quest 1_individuele opdracht

Inleiding
Vanuit de maatschappelijke trends die Anje Ros tijdens haar college benoemde heb ik voor de individuele opdracht (Quest 1) gekozen voor de trend: technologische ontwikkelingen.

Wellicht een beetje een cliché, maar een veel gehoorde uitspraak luidt: ‘de ontwikkelingen in de techniek gaan hard’. Hier is dan ook niets aan gelogen en traditiegetrouw maken de huidige technologische ontwikkelingen een exponentiele groei door. Veel MBO beroepen zijn hierdoor al een stuk complexer dan een aantal decennia terug, en naar verwachting zal dat nog sterker gaan toenemen (OOMT, 2014; OECD, 2013).

Motivatie gekozen trend voor eigen sector
In de automotive branche gaan de technologische ontwikkelingen ook hard, en misschien nog wel een beetje harder dan in andere technische sectoren (OOMT, 2014; Snellen & de Hollander, 2016). Denk maar eens aan het autonoom rijden, alternatieve energiebronnen zoals elektriciteit/waterstof óf de enorme ontwikkeling die verbrandingsmotoren nog steeds doormaken. Voertuigen worden dan ook in een hoog tempo complexer en beginnen steeds meer op een (zelf) rijdende computer te lijken.

Deze technologische trend is ook merkbaar in het beroepsonderwijs. De opleiding tot het beroep autotechnicus, dat momenteel MBO denk- en werkniveau vraagt, zal daarin veranderen. Door de toenemende complexiteit en veranderde werkzaamheden, worden er andere disciplines én een hoger denk- en werkniveau gevraagd (Berndt, 2016). Zo neemt het sleutelen nu al een steeds kleinere rol in, en maakt het plaats voor het diagnosticeren van complexe (elektronische) storingen óf software management.

Impact op het (automotive) technisch onderwijs
Volgens Koen Lau, docent aan de HAN Automotive in Nijmegen, wordt de techniek in toekomstige voertuigen zo complex, dat alleen een HBO-geschoolde monteur er nog aan kan sleutelen. Bert Klink, ook HAN-docent, stelt het wat minder hard. Hij denkt dat er in toekomst ruimte zal zijn voor zowel MBO als HBO geschoolde automonteurs. Echter voorziet Bert Klink wel een duidelijke scheiding in de werkzaamheden die ieder niveau zal gaan uitvoeren. 




Gedurende een werkveldbijeenkomst (TTA Teachers Academy) die door mij en mijn collega’s georganiseerd was, is deze trend ook voorgelegd aan ROC docenten. Hieruit bleek dat de ROC docenten erin geloven dat er in de toekomst niet zozeer hoger, maar juist specialistischer dient te worden opgeleid. Volgens deze docenten worden toekomstige autotechnische MBO studenten experts in specifieke gebieden zoals electronica, mechanica óf een specifiek automerk. Zo blijft de complexiteit te overzien voor een persoon. Een dergelijke trend is al zichtbaar in de automotive branche. Autobedrijven specialiseren zich steeds vaker in één specifiek merk óf expertisegebied. Het aantal universele garages krimpt dan ook al jaren (OOMT, 2016). De uitspraken van de ROC docenten worden ondersteund door vakliteratuur en onderzoek (OOMT, 2013; OOMT,2014).

Impact op het (technisch) onderwijs & andere sectoren
In beide gevallen, hoog of juist specialistisch opleiden, lijkt de toenemende complexiteit van de voertuigen om meer kennis en kunde te vragen. Maar deze groei in complexiteit beperkt zich niet enkel tot de autotechnische sector (OECD, 2013). Alle beroepen zullen in toekomst complexer worden door de exponentiele groei in technologie. Die groei zal in de toekomst alleen maar harder gaan. Dat is één van de redenen waarom ‘een leven lang leren’ zo belangrijke onderwijsterm is geworden (Borghans, Fouarge & de Grip, 2011). Zonder bij te blijven, verouderd kennis en kunde snel. Maar kunnen scholen hun maatschappelijk opdracht wel blijven uitvoeren als kennis in een hoog tempo complexer wordt? Is er niet nu al een intensievere samenwerking met het innovatieve bedrijfsleven noodzakelijk?

Hetgeen is een belangrijke ontwikkeling waarop scholen/docenten (naar mijn mening) zullen moeten gaan anticiperen en roept meteen vele vragen op. Kunnen scholen in de toekomst nog wel voorzien in al die kennis en kunde? Dienen docenten dan meer met één been in het bedrijfsleven staan waar alle kennis en kunde wordt toegepast? En zo ja, willen bedrijven in de toekomst nog wel hun kennis delen, als het vormen van deze intellectuele eigendommen door de toenemende complexiteit om steeds grotere investeringen vraagt? Zullen bedrijven op hun beurt zich voldoende maatschappelijk betrokken voelen om kennis te delen en zo bij te dragen aan het creëren van kansen en banen?

En of er nu hoog óf juist meer specialistisch dient te worden opgeleid, het vraagt hoe dan ook om een andere inrichting van het onderwijs. Die exacte inrichting daarvan is nu nog moeilijk te bepalen en waarschijnlijk ook sterk sectorafhankelijk. Kijkende naar de eigen onderwijssector, dan zal de vraag naar hoog opgeleide techneuten problemen kunnen gaan opleveren. Er is al jaren een lage instroom in het hoger technisch onderwijs (Snijders, 2013). Dienen we studenten dan sneller op te leiden om aan de vraag te kunnen voldoen? In het geval dat we studenten meer specialistischer gaan opleiden op MBO niveau lopen we ook tegen het gebrek aan instroom aan. De instroom in het middelbaar autotechnisch onderwijs loopt al jaren hard terug (Smit & Frietman, 1998). Indien we dat beperkte aantal studenten ook nog gaan opleiden tot specialisten, is de kans op een tekort aan voldoende mankracht over een breed vakgebied nog groter (Berkhout, Bisschop, & Volkerink, 2013).
Misschien dat in de toekomst het opleiden t.a.v. het vakgebied beter overgelaten kan worden aan het bedrijfsleven, waarbij de docenten/scholen een meer begeleidende/coachende rol in het leerproces innemen?
  
Ondanks de beschreven trend nu al een sterke impact heeft op het (auto)technisch onderwijs, is het belangrijk om te beseffen dat het zich niet beperkt tot één sector. Bedenk dat alle nieuwe technologieën van grote invloed zijn op ons dagelijkse leven én dus ook het onderwijs (Van Wetering, 2016). Hoe gaan we toekomstige studenten voorbereiden op technologieën die nog moeten worden uitgevonden? Persoonlijk zie ik de 21ste century skills (Voogt & Roblin, 2010) hierin als belangrijk speerpunt om dat te gaan realiseren. Ze beschrijven immers vaardigheden waarin studenten en aankomende professionals op een zelfregulerende manier het werken met nieuwe technologieën eigen kunnen maken (Beetham & Scharpe, 2007).

Conclusie
Voor wat betreft mijn eigen vakgebied/sector, vraagt de toenemende complexiteit nu al om beter opleiden (OOMT, 2013; OOMT, 2014). Deze geluiden zijn breed hoorbaar in mijn eigen sector. Daarbij neemt, naar mijn inziens, intensief kennis delen een belangrijke positie in. Want hoe complexer de wereld, hoe meer kennis delen van belang wordt (Blom, 2009). Dat brengt de nodige uitdagingen met zich mee, en daarom vond ik het interessant om de gegeven trend verder uit te werken in het individuele scenariosjabloon. Daarvoor zijn er de onderstaande drijvende krachten gekozen en gebruikt:
  • Beter opleiden (hoger óf juist heel specialistisch)
  • Kennis delen (veel kennisdeling óf juist niet i.v.m. bescherming van de intellectuele eigendommen die door de toenemende complexiteit om steeds grotere investeringen vraagt)

Visueel vertaald ontstaat het volgende scenario sjabloon:



Slot
Ik zou mijn eigen gameteam niet adviseren om voor deze trend te kiezen, omdat we unaniem hebben besloten de trend vergrijzing uit te gaan werken. Het bleek tijdens een inventarisatie al snel dat dit een gezamenlijk gedragen interessegebied was, en ik geloof erin dat deze afstemming ons teamwerk ten goede zal doen. 


Literatuur
Beetham, H. & Scharpe, R. (2007). Rethinking Pedagogy for a Digital Age: Designing for 21st Century LearningRoutledge: New York

Berkhout, E., Bisschop, P. & Volkerink, M. (2013). Technici: mobiel en toch honkvast; uitstroom van technici vergeleken met andere sectoren. SEO Economisch Onderzoek: Amsterdam

Berndt, F. (2016). Automonteur wordt HBO-functie. Automotive magazine, 10, 21-25.

Blom, E. (2009). Handboek communities; de kracht van sociale netwerken. Bruna: Utrecht.

Borghans, L., Fouarge, D. & de Grip, A. (2011). Een leven lang leren in Nederland. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt: Maastricht

Van Wetering, M.W. (2016). Technologiekompas voor het onderwijs. Geraadpleegd op: https://www.kennisnet.nl/publicaties/trendrapport/

OOMT. (2016). Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016. Geraadpleegd op: http://www.oomt.nl/wp-content/uploads/2016/07/Rapportage-Kengetallen-2005-2016-definitief-webversie-160622.pdf

OOMT. (2014). Trendonderzoek naar ontwikkelingen in de bedrijfswagenbranche tot 2025. Geraadpleegd op: http://www.oomt.nl/trendonderzoek-bedrijfswagenbranche-tot-2025-def-webversie/

OOMT. (2013). Duurzame inzetbaarheid technisch personeel 2025, vakmanschap in de toekomst. Geraadpleegd op: http://oomt.nl/wp-content/uploads/2013/11/Duurzame-inzetbaarheid-technisch-personeel-2025.pdf

OECD. (2013). Innovation-driven Growth in Regions: The Role of Smart Specialisation. Geraadpleegd op: http://www.oecd.org/science/inno/smart-specialisation.pdf#page=72

Voogt, J. & Roblin, N. (2010). 21ste century skills; discussienota. Universiteit Twente: Twente

Smit, F. & Frietman, J. (1998). Instroom in de techniekopleidingen; niet afwachten, maar kansen pakken. Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen: Nijmegen.

Snellen, D. & de Hollander, G. (2016, november). ICT verandert mobiliteit. Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk, Zwolle.

Snijders, H. (2013). De mythe van het ß-tekort. Tijdschrift voor Hoger onderwijs & Management, 5, 49-52